Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wijzigingswet Waterleidingwet, enz. (Versobering en harmonisatie externe adviesorganen VROM)

 

Artikel XIV
1
De Commissie drinkwatervoorziening, bedoeld in artikel 2 van de Waterleidingwet, zet de lopende werkzaamheden van de Raad voor de Drinkwatervoorziening voort.
2
Personen die onmiddellijk voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet de functie bekleden van voorzitter, plaatsvervangend voorzitter, lid of plaatsvervangend lid van de Technische commissie bodembescherming of de Raad voor het milieubeheer, zetten de uitoefening van die functie voort voor de duur van hun benoeming.
3
Personen die onmiddellijk voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet de functie bekleden van voorzitter, plaatsvervangend voorzitter, lid of plaatsvervangend lid van de Raad van Advies voor de Ruimtelijke ordening, de Waddenadviesraad of de Raad voor de Volkshuisvesting, worden met ingang van dat tijdstip uit die functie ontslagen.
4
In afwijking van artikel 55d, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening wordt voor de eerste maal, nadat deze wet in werking is getreden, de voorzitter benoemd zonder dat de Raad voor de ruimtelijke ordening is gehoord.
5
In afwijking van artikel 55d, derde lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening worden voor de eerste maal, nadat deze wet in werking is getreden:
a
ten hoogste acht leden voor een periode van drie jaren, en
b
ten hoogste acht leden voor een periode van vier jaren benoemd.
6
In afwijking van artikel 56e, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening wordt voor de eerste maal, nadat deze wet in werking is getreden, de voorzitter benoemd zonder dat de Waddenadviesraad is gehoord.
7
In afwijking van artikel 56e, derde lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening worden voor de eerste maal, nadat deze wet in werking is getreden:
a
ten hoogste acht leden voor een periode van drie jaren, en
b
ten hoogste negen leden voor een periode van vier jaren benoemd.
8
In afwijking van artikel 91, eerste lid, van de Woningwet wordt voor de eerste maal, nadat deze wet in werking is getreden, de voorzitter benoemd zonder dat de Raad voor de volkshuisvesting is gehoord.
9
In afwijking van artikel 91, derde lid, van de Woningwet worden voor de eerste maal, nadat deze wet in werking is getreden:
a
ten hoogste zeven leden voor een periode van drie jaren, en
b
ten hoogste zes leden voor een periode van vier jaren benoemd.
10
De Commissie genetische modificatie, bedoeld in artikel 2.26 van de Wet milieubeheer, zet de lopende werkzaamheden van de Voorlopige commissie genetische modificatie voort.
11
Personen die onmiddellijk voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet de functie bekleden van voorzitter, plaatsvervangend voorzitter, lid of plaatsvervangend lid van de Raad voor de Drinkwatervoorziening of de Voorlopige commissie genetische modificatie, zetten de uitoefening van die functie voort als voorzitter, plaatsvervangend voorzitter, lid, onderscheidenlijk plaatsvervangend lid, van de Commissie drinkwatervoorziening, onderscheidenlijk de Commissie genetische modificatie, voor de duur van hun benoeming.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •